Er was eens een klein meisje, de laatstgeborene van de Markies de Wignacourt familie.
In haar tijd, de Belle Epoque, was de streek van de Pre-Rardennes-bergen rijk aan fruitbomen. Ze wandelde langs de appelbomen, beet in de vruchten en zag haar ouders hun cider drinken tijdens picknicks in het Ardense bos.
Als natuurliefhebster leefde zij omringd door de dieren van het bos: hazen, herten, eekhoorns en vossen. De kleine markiezin had een oneindige gehechtheid aan haar streek, zijn bewoners en zijn landschappen.
De Wignacourt familie is nu uitgestorven. De regio werd geteisterd door de twee oorlogen.
Bossen werden herplant in plaats van boomgaarden en het landschap veranderde snel. Vandaag heeft de regio te lijden onder de grootste plattelandsvlucht in Frankrijk.
De nakomelingen van de kleine markiezin hebben Wignac opgericht om de boomgaarden nieuw leven in te blazen en bij te dragen tot de heropleving van de werkgelegenheid in de streek, waarbij zij er zorg voor dragen de rijke biodiversiteit van het land te beschermen en te bevorderen.
De wortels van Wignac liggen dus aan de basis van zijn toekomstige verbintenissen.